
Zaterdag 4 februari 2023
De column van Henry de Hoon - Een andere kijk
Mijn oude plantengids uit 1967 beschrijft dat de Witte Dovenetel tot oktober bloeit. Dit is sinds een paar jaar achterhaald, want deze plant zie je vaak nog in december uitbundig bloeien. Misschien moeten plantengidsen binnenkort worden aangepast.
Maar het is niet alleen de klimaatverandering die voor verandering zorgt in de beschrijving van flora en fauna. Veranderend inzicht of bijgestelde manieren van observeren hebben door de eeuwen ook gezorgd voor een wisselende beschrijving van alles wat leeft. Neem alleen al de woordkeus.
Iemand stuurde mij een kaart met daarop een tekst uit een prachtig oud plantenboek; de schrijver had zich enorm uitgesloofd om planten te omschrijven, zo heeft hij het over "...het onderste kroonkalfje van deze met lange, knievormige gebogen rugnaald. As der aartjes kaal of enkel aan de voet der bloemen behaard. Naald der mannelijke bloem niet of weinig uitstekend, ten laatste haakvormig gekromd." Het was de beschrijving van de Witbol, een nogal onopvallende grassoort, al zou je dat aan de hand van de beschrijving niet zeggen.
Voor de komst van de botanicus Linnaeus was het een ratje toe aan plantennamen en omschrijvingen die steeds een ander onderdeel van de plant beschreven. In het boek Philosophia botanica ut 1751 geeft Linnaeus alle planten een dubbele naam, een familienaam en een eigen naam, een voor- en achternaam om het zo maar eens te zeggen. Bijvoorbeeld van een witte lelie is Lilium candidum. Die manier van omschrijven heeft een wereldstandaard gesteld die voor iedereen begrijpelijk is en uitsluit dat mensen het over een andere plant hebben.
Je zou denken dat Linnaeus dus bijna modern-wetenschappelijk te werk ging. Maar ook hij ging zich te buiten aan hele subjectieve en bloemrijke omschrijvingen. Zoals dit fragment, waarin hij het plantenrijk met mensen vergelijkt: “Palmen zijn de vorsten die met altijdgroen loof gekroond zijn. De edelen zijn de kruiden van het veld die jaarlijks in vele gestalten ontwaken. De bomen zijn de staten, men vindt ze omringd door dienaars en beschut door een wacht van soldaten, namelijk de doornachtige die zich dikwijls om hun takken en stammen verstrengelen. (...) De grasplanten zijn het landvolk, het is de kracht en steun van het rijk, hoe meer zij gesnoeid en vertreden worden hoe sterker zij in getal zullen toenemen. De varens zijn de werklieden die het zaad op de rug dragen. De mossen zijn de slaven met geschubd loof en huikjes op het hoofd die schraal zijn en honger lijden en zich moeten behelpen op plaatsen die ongeschikt zijn voor anderen. De wieren zijn bijna ongekleed zonder optooisel of fraaiheid. De paddenstoelen, het uitschot van het rijk dat zich toelegt op stelen en roven, komen in de herfst tevoorschijn, in de nacht als de anderen slapen.”
Ik denk niet dat hij er in deze tijd mee zou wegkomen om paddenstoelen ‘uitschot’ te noemen, om maar te zwijgen van wat tegenwoordig de ‘tot slaaf gemaakte’ mossen zou heten. Het zegt meer over de mensenmaatschappij uit die tijd, dan over het plantenrijk. De wetenschap probeert objectief te zijn, maar het blijft mensenwerk. Of zoals de filosoof Jean-Jacques Rousseau zei: ‘De natuur bedriegt ons nooit, wij zijn het altijd zelf die ons bedriegen.‘ Henry de Hoon

Natuur en Zo
Iedere zaterdag van 09:00 tot 10:00 uur op L1 Radio speciale aandacht voor het Limburgse land. Met elke week een deskundige gast in de studio bij presentator Robert Janssen, reportages over het buitenleven door Bas van der Zwaan, het weekendweer met Thijs Zeelen en natuurlijk nuttige tuintips.
Verder is er ook Natuur en Zo, op L1 TV. Die tv-serie is mede mogelijk gemaakt door Stichting Het Limburgs Landschap / Stichting Robur

Je kunt ons benaderen met vragen over tuin, balkon of vensterbank. Vragen, opmerkingen of tips? Mail ons via natuurenzo@L1.nl. Meer Natuur en Zo op L1.nl/NatuurenZo