
Zondag 12 maart op L1 Radio
Naast ‘hartstikke’, ‘sjudderans’ en ‘nou’, is ‘jam’ wel het meest Hollandse woord dat Vlamingen kunnen bedenken. In Vlaanderen zegt iedereen ‘confituur’. Als je als Nederbelg het woord ‘jam’ eens per ongeluk laat ontsnappen, dan kan dat rekenen op vettig gegrinnik. ‘Hoor ‘m daar bezig, den Ollander.’ Het verschil smeekt om een analyse en vooruit dan maar, omdat jullie zo aandringen. Zonder volledig te willen zijn, zal ik toch trachten het onderste uit de kan halen. Sorry, uit de pot.
Om te beginnen klonk ‘Jam’ mij als Zuid-Nederlander eigenlijk altijd al plat in de oren. Horkerig. Zjem. Het past bijna alleen maar in de lompe vorm: ‘Mot je nog jam?!’. Hollandser dan het Hollandsch Diep. Hoewel. Er is een Maastrichts carnavalsliedje, dat handelt over een tante, genaamd Neske, die als 107-jarige nog de pannen van het dak fuift. En om dat te kunnen doen ‘it zie allein meh broed mèt zjem’. Vanwege de kosten van al dat genachtbraak, komt er bij tant’ Neske louter brood met jam op tafel. Zelfs Maastrichtenaren gebruiken het woord dus met overgave.
Niettemin brengt het me op een tweede negatieve punt. Vroeger, toen de gulden nog van hout was, werd de wijk waar bungalows en villa’s stonden ‘jam-buurt’ genoemd. De platte daken, verklaarde men grappend, waren ‘om de hypotheek op te leggen.’ Daar kon je het vlees in onsjes onder de deur doorschuiven. Geen schonkige hompen varkenspoulet dus, die bij de ‘gewone mensen’ gebruikelijk was. Of dat klopte weet ik niet, maar ‘jam-buurt’ gaf het woord jam niet bepaald een extra glans.
Nederlands bekendste jamfabriek, de ‘Eerste Nederlandsche Stoom-Gaskracht-Fabriek van Vruchtengeleien en Verduurzaamde Leevensmiddelen de Betuwe’ heeft met Flipje als reclame-ikoon ook veel bijgedragen aan de devaluatie, volgens mij. Zo’n overduidelijk van Michelin afgekeken ventje, opgetrokken uit een stapel ondefinieerbare bessen en dan ook nog met zo’n betweterig vingertje. Doe mij maar een broodje Camembert.
Nee, dan confituur. Dat ruikt naar edel ambacht. Het woord roept beelden op van een gezellige mevrouw in een schort met bloemetjes, die roert in een grote ketel gelei. Of aan een grote stapel oude veilingkisten, die de keuken worden binnengedragen door een goedlachse meneer met een grote snor en een alpinopet. Een berg versgeplukte vruchten op een rood-wit-geblokt tafellaken, zoiets. Handwerk, dat met ijver, vlijt en plichtsbetrachting het meest eenvoudige ontbijt verheft tot een vorstelijke dis. Confituur klinkt naar verfrissend en creatief, naar slow-food. Terwijl ‘jam’ zonder enige twijfel uit een stoom-gaskracht-fabriek moet komen.
Ik heb niet eens de oorsprong van het vermaledijde woord kunnen ontdekken. Volgens mij komt het van het Engelse ‘jammed,’ iets dat vast zit. Zoals dat drommelse dekseltje altijd. Maar daar hebben zelfs de Belgen nog niets op gevonden. Hugo Luijten
De Stemming
Interview- en discussieprogramma over actuele Limburgse politiek, cultuur, economie, wetenschap en media, iedere zondag van 11:00 tot 13:00 uur op L1 Radio, met een herhaling op maandag van 20:00 tot 22:00 uur.
Alle fragmenten en hele uitzendingen van De Stemming zijn te beluisteren op L1.nl/Stemming.
Luister L1 Radio via L1.nl/Radio, op FM 95.3 en 100.3 of DAB+.