Blog: Crisiscommunicatie, over een goede buur en een verre vriend

Afbeelding ter illustratie © Bron: L1
Gisteravond stond ‘ie aan de deur. De buurman van nummer 8. Hij kwam een pakketje ophalen dat bij ons was bezorgd. We raakten aan de praat. Misschien wel een half uur.
Pakketje in de hand, leunend tegen de deurpost. En we zijn heel wat wijzer geworden in die tijd. Zo weten we nu van elkaar waar we werken, waar we op vakantie gaan deze zomer en hoe het zo komt dat we ooit in deze stad zijn gaan wonen.
Ik moest direct denken aan mijn bezoek aan Delfzijl, afgelopen week. Ik was daar om een presentatie te geven over crisiscommunicatie voor partijen die betrokken zijn bij het chemische bedrijvenpark daar. Zeg maar het Chemelot van Groningen. En tijdens die ochtend kwamen sommigen tot een interessante ontdekking: ik ken mijn buurman eigenlijk niet zo goed.
Op de gemiddelde straat in een woonwijk is het niet kennen van je buren nog niet direct een ramp. Het is hooguit niet zo sociaal. Maar op en rond een terrein waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen lijkt het me toch niet zo handig. Het zou fijn zijn om te weten met welke stoffen je buurman bezig is en welke risico’s er zijn, mocht er ooit iets misgaan. Wellicht kan de postbezorger de pakketjes voorlopig standaard bij de buren afleveren. Dan raken ze vanzelf aan de praat.
En praten zouden ook de verre vrienden van de veiligheidsregio's eens moeten doen. De veiligheidsregio is een organisatie waarin gemeenten, politie, brandweer en geneeskundige diensten samenwerken. Er zijn er 25 van in ons land. Eigenlijk zijn het dus ook allemaal een beetje buren. Maar ook zij praten volgens mij niet zoveel met elkaar.
Ik vertelde in Groningen over onze ervaringen met de communicatie vanuit Chemelot en de overheid rondom incidenten op het terrein in Sittard-Geleen. De communicatie vanuit Chemelot was ruim een jaar geleden nog niet op orde. Na goede gesprekken en heldere afspraken is het nu een schoolvoorbeeld van hoe het moet. Helaas is er bij de Veiligheidsregio Zuid-Limburg nog een langere weg te gaan, zo bleek bijvoorbeeld tijdens de grote brand in november.
De aanwezigen in Groningen waren het erover eens: er is heel snel behoefte aan informatie bij dergelijke incidenten. De communicatieprocessen moeten daarop worden ingericht. En op dat gebied lijkt de Veiligheidsregio Groningen het beter voor elkaar te hebben dan de collega's in het zuiden.
Rukt de brandweer uit voor een brand? Dan komen ook twee voorlichters in actie. De ene schuift aan bij het overleg met andere hulpdiensten. De ander blijft buiten staan en kan ter plekke en telefonisch de media te woord staan. Juist daar gaat het hier vaak mis. De voorlichter duikt het overleg in en wij kunnen bellen tot we een ons wegen. De voorlichter is onbereikbaar, vaak in dé cruciale fase van een calamiteit. We benoemden het al eens in een blog met de acht regels van crisiscommunicatie.
Opmerkelijk vind ik de constatering dat elke veiligheidsregio zijn eigen afspraken heeft. In een sector waar procedures en regels de alledaagse praktijk beheersen, zou je ook op het gebied van communicatie eenduidigheid verwachten. Dat is niet zo. In ieder geval niet wanneer je Groningen en Zuid-Limburg vergelijkt. Sterker nog: we merken bij ons op de redactie regelmatig de verschillen tussen de veiligheidsregio Noord- en Zuid-Limburg.
Ik stel dus voor dat we de postbezorger een keer vragen om de pakketjes verkeerd te bezorgen. Wellicht volgt dan ook een spontaan gesprek in de deurpost. Wij en ons publiek zouden daar in ieder geval mee geholpen zijn.
Lody Trepels, dagchef L1